Typisch Belgisch: lak aan de (corona)regels

Juist op de dag dat in De Groene Amsterdammer mijn stuk verscheen over hoe corona België trof op het moment dat het land een diepe politieke crisis beleefde, wemelde het van de nieuwe verwikkelingen. De Nationale Veiligheidsraad kwam met aangepaste regels. Het was, zoals Paul De Grauwe observeerde, een mooi staaltje Belgisch surrealisme: de regels versoepelen op het moment dat het aantal besmettingen de lucht in schiet. Ook aan het front van de regeringsonderhandelingen waren er onnavolgbare troepenbewegingen. Leek liberaal leider Georges-Louis Bouchez afgelopen weekend het leger compleet uit elkaar gespeeld te hebben, woensdag vonden de partijsoldaten elkaar toch weer en stuurde de koning zowaar twee formateurs het veld in.

Dat alles had ik natuurlijk graag nog meegenomen. Maar ik troost mij met de gedachte dat de nieuwste bochten perfect passen in de zwalpende koers die ik in mijn stuk schetste. In de afgelopen maanden deden onmachtige politici de Belgen verdwalen in een woud van maatregelen waar steeds minder steun voor bestaat.

Premier Wilmès zei woensdag dat ze juist daarom versoepelt: beter mildere maatregelen waar mensen zich wél aan houden, dan strengere die iedereen aan zijn laars lapt. De vraag is of het zal helpen. De regels blijven nogal complex en Wilmès verzuimde perspectief te bieden. ‘Daarover ben ik erg ontgoocheld,’ zei gedragsspsycholoog Maarten Vansteenkiste. ‘Mensen weten niet hoe ernstig de situatie vandaag is en wanneer er naar een strenger niveau wordt geschakeld. Zal dat volgende week zijn of de week erna? Dit schept alleen maar meer verwarring.’

Levensles: regels zijn er om te omzeilen

In dezelfde krant gaf accordeonist en componist Tuur Florizoone (een fascinerende musicus trouwens, kijk en luister maar) zijn levenslessen. Nummer twee: ‘regels zijn er om te omzeilen.’ Dat lichtte hij aldus toe: ‘Regels omzeilen doe ik spontaan. Ik denk er niet bij na, het gebeurt. Volgens mij is dat typisch Belgisch.’ Hij had het niet over de nieuwe coronaregels, maar ik kon de verleiding niet weerstaan het een met het ander in verband te brengen en te verzuchten: wat de veiligheidsraad ook bedenkt, het maakt allemaal geen donder uit.

Waar komt die afkeer van regels toch vandaan? De Belgen bespotten en verdenken elke macht, observeerde de inmiddels overleden Luikse hoogleraar recht François Perin in het boek met de ironische titel La Belgique toujours grande en belle. Hij verklaarde dat uit de geschiedenis. België is voortdurend speelbal geweest van de grootmachten. De inwoners hebben daar een grondig wantrouwen tegenover elke autoriteit en een wankele, onbepaalde identiteit aan overgehouden.

Omslag van het in 1998 verschenen boek ‘La Belgique toujours grande et belle’

Perin geloofde niet meer in België. De Vlamingen en de Walen waren in zijn ogen te ver uiteengespeeld. Hij pleitte voor een onafhankelijk Vlaanderen, een stadsstaat Brussel en een aansluiting van Wallonië bij Frankrijk. in mijn verhaal voor De Groene komt historicus Vincent Scheltiens aan het woord die in zijn boek Met dank aan de overkant heeft laten zien hoe Vlamingen en Walen elkaar al sinds het ontstaan van België in 1830 gevangen houden in vijandsbeelden. Maar hopeloos is de situatie volgens hem toch niet. Er zijn ook altijd oplevingen geweest van belgitude. En zij die het land willen splitsen, hebben geen plan. Ook weten ze dat de EU een onafhankelijk Vlaanderen niet met open armen zal ontvangen.

Voorlopig zal België, of het wonder van een nieuwe regering nu geschiedt of niet, nog wel even blijven voortmodderen. Maar al barst het niet, is er nog genoeg dat het bindt? Paradoxaal genoeg bieden de observaties van Perin en Florizoone enige hoop. Er bestaat iets ‘typisch Belgisch’: wantrouwen jegens iedere macht en lak aan de regels.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *