Hoogtepunten van de laaglandse letteren 2019

In Waagstukken portretteert Charlotte van den Broeck architecten die zo hoog grepen dat ze eraan onderdoorgingen. De een wilde gebouwen scheppen die kunst en cultuur voor iedereen toegankelijk maakten. De ander zag elk bouwwerk als een menswording. Ze waren zo gedreven en perfectionistisch dat mislukking en tegenwind hen tot een zelfgekozen dood dreven.

Dichteres Van den Broeck die zich voor het eerst aan proza waagt, spiegelt zich aan de architecten wier Werdegang ze verkent. Ook zij voert een niet aflatende strijd tegen de middelmatigheid. Die is, schrijft ze, ‘wreder dan domweg te mislukken. In de mislukking zit een zekere grootsheid, dikwijls gaat ze gepaard met een pijniging die kunt opdrijven tot een streven.’ Ook voor haar ‘moet alles wijken’ sinds ze dicht. ‘Het kan niet allebei,’ tekent ze op, ‘schrijven en een heel leven, er moet iets kapot.’

Tekening door Gaston Eysselinck van het postkantoor in Oostende

In Van den Broecks vertelling over Gaston Eysselinck, die het magistrale postgebouw in Oostende ontwierp, passeren twee Koenen de revue, schrijver Koen Peeters en schilder Koen Broucke. De tweede maakte het omslag van Peeters’ roman Kamer in Oostende en is er net als Van den Broeck een personage in. Lees, riep ik aan het slot van een wandelinterview met de schrijver uit, deze ‘intieme, mysterieuze roman die indruist tegen de geest van een tijd waarin alles blootgelegd en uitgesproken, eenduidig en helder moet zijn. Vol troost en verlangen verhaalt ze van de schoonheid van vriendschap, de ziel van Oostende, de magie van onverwachte ontmoetingen – en van nieuwe perspectieven die zich, op een moment dat je de weg vooruit neer meer scherp voor je ziet, onverhoeds kunnen aandienen.’

Nieuwe perspectieven en andere werelden dienen zich ook aan bij elke hoek die je omslaat in Brussel. Over de vele gezichten van de Europese hoofdstad, broedplaats van talloze utopieën die net als Van den Broecks architecturale dromen vaak op nachtmerries uitliepen, schreef Pascal Verbeken het stemmige Brutopia. ‘Zodra de droom is gerealiseerd, vervliegt hij,’ zei de schrijver toen ik met hem door Brussel wandelde.

Brussel is ook het decor van Aantekeningen bij een moord van Peter Vermeersch, een mooi en indringend boek over wat het voor de schrijver betekende dat hij als lid van een jury moest oordelen over de schuld van een moordenaar. ‘Het is zwaar, iemand schuldig verklaren,’ verzuchtte Vermeersch toen ik met hem in het Brusselse justitiepaleis zat.

Gedwongen een vonnis te vellen voelt P.F. Thomése zich eveneens in zijn boek vaderliefde. Over zijn moeder, voor wie ‘het acceptabele en het geaccepteerde’ de norm waren en over zijn lieve vader. ‘Hij werd de man die iedereen teleurstelde, en zich daarover schuldig voelde.’ Zelden las ik, schrijf ik in een nog te verschijnen recensie voor de lage landen, proza dat zo genadeloos precies en elegant is.

De vraag hoe we over anderen, zeker als die buiten onze eigen groep vallen, en ook over onszelf denken en oordelen, is ook in van de leidmotieven het indrukwekkende Liever dier dan mens van Pieter van Os waar ik onlangs deze post over publiceerde.

Hoezo ben ik in dit lijstje eigenlijk zo dwaas boeken uit Nederland en Vlaanderen door elkaar te bespreken? Wie op zoek is naar de gemeenschappelijke wortels van deze elkaar vaak zo slecht kennende buren leze De bourgondiërs van Bart Van Loo, waarin hij op meeslepende wijze de geschiedenis van ‘de aartsvaders van de Lage Landen’ boekstaaft en tegelijkertijd, zoals ik in deze bespreking betoogde, heel wat denkstof levert over de kansen en valkuilen van politieke eenwording.

Het medium dat onvermoeibaar probeert de wisselwerking en de spanning tussen Vlaanderen en Nederland in kaart te brengen, is Ons Erdeel/de lage landen. Daarvoor besprak ik een themanummer van het tijdschrift DW&B over het laaglandse proza van het afgelopen decennium. Dat nummer roept, schreef ik, ‘een weldadig geloof op in de samenhang en vitaliteit van de hedendaagse laaglandse literatuur.’

Een van de beste bewijzen daarvan van het afgelopen jaar is Liefde, als dat het is van Marijke Schermer, een meticuleuze en meedogenloze ontleding van de wetmatigheden van de liefde in tijden van zelfmaximalisatie.

De laaglandse literatuur van 2019 leeft!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *